Als een alien kijk ik naar de dingen. De gevoelens die ik daarbij ervaar breng ik over volgens uitgekiende formules. Directe expressie streef ik niet na.

Mijn verlangen naar zuiverheid vormt de rode draad doorheen mijn werk. Het begrip "schoonheid" onderzoek ik vooral op een poëtische manier. Terugkerende thema's zijn: (zelf-)reiniging, aqua- en aërodynamica, de relatie natuur-industrie, (im-)mobiliteit, vervreemding, miscommunicatie. Voortbouwend op de surrealistische traditie, verbind ik vaak dingen met elkaar die niet samenhoren.

De mens is fysiek afwezig in mijn werk. Je zou het een "antropoëxcentrische" kunst kunnen noemen.

 


 

NOLI ME TANGERE (Luk Lambrecht)

De kunst van Johan Slabbynck lijkt in een tijdspanne van tien jaar als in een grote en trage beweging te zijn bedacht en gemaakt. Er is hoegenaamd geen sprake van opeenvolgende (stijl-)breuken - Slabbynck maakt kijk- en denkmachines en combineert op een heel persoonlijke en particuliere manier zijn visies op de recente kunstgeschiedenis. Alhoewel de meeste werken van Johan Slabbynck statische objecten zijn, wordt er toch een grote mate aan beweging gesuggereerd. Miniatuur-autootjes en dito trucks - perfect gemonteerd in een aantal sculpturen - verhogen de metaforische leesbaarheid van een kunstwerk als een (haast) letterlijk 'voertuig' voor impliciete overdracht van betekenis. Het speelse accent, dat Slabbynck integreert in zijn sculpturen, ontkracht alle zwaarte zonder te moeten toegeven aan de consequentie van een kunstwerk als een object met een interne 'sprekende' logica.

Wat ook opvalt in de fijnzinnige productie van Johan Slabbynck is de wringende confrontatie met de natuur - verdorde bladeren komen wel eens meer voor als inhoud achter een wazig-materiële grens met de toeschouwer. De natuurelementen functioneren hier als een symbool voor alle vergankelijkheid, gevat en hier bedwongen in high-tech vormgegeven kunstwerken. Het is alsof Johan Slabbynck perfect afgewerkte schrijnen maakt - hulsels ter conservering van resten natuur en mysterieuse fotografische afbeeldingen die niet meteen gerelateerd kunnen worden aan de aardse werkelijkheid. Het wordt nogal vlug duidelijk dat de kunst van Johan Slabbynck veel tijd en energie opeist en opslorpt van de toeschouwer. Dit soort kunst is niet eenduidig en raast langsheen de twijfels van de perceptie en de interpretatie. Johan Slabbynck weet de meest radicale stijlbreuken uit de vorige eeuw perfect te assimileren in tastbare en geduldig gerealiseerde werken. De industriële materialen en ready made-componenten verlenen dit oeuvre een minimalistische neiging - en mede door de intentionele onsamenhangende samenhang van het 'gecondenseerd' bij elkaar brengen van dit rijk materiaal in een perfecte en kwasi door een lijst afgesloten denkwereld, weet Slabbynck zijn productie op te tillen tot het niveau van een open conceptuele lectuur.

De kunstwerken van Johan Slabbynck zijn an sich kunstwerken die een interne wereld en logica afbakenen en aflijnen. Ze suggereren rakelings contact met de toeschouwer door de kunstwerken vorm te geven als  'vensters' en haast (letterlijk) een visueel houvast te bieden via gesimuleerde handgrepen, duidelijke aangebrachte hechtingen en geperforeerde zones die als een loket op jouw mening appel willen doen. Wat ook opvalt is de introductie van het 'speelse' in veelal heel serieus ogende en afgewerkte kunstwerken. Een organisch en erotisch aandoende vorm wordt bijvoorbeeld al snel ontkracht door er tegelijk een baan voor vier bestelwagentjes in te bedenken. Johan Slabbynck aast volop op de nieuwsgierige honger van de toeschouwer - hij bezielt zijn vrij koele materialen met zwenkingen en toevoegingen die de lectuur van het kunstwerk piloteren in de richting van het relativeren van de kunst zelf - Slabbynck ontziet de grote beeldspraak. Het begrip geleiding is ook een thematisch aanknopingspunt dat relevant lijkt bij het beschouwen van zijn oeuvre. De kunstwerken geleiden oog en geest naar genese- en inspiratiegebieden van de kunstenaar die nooit achterhaal- en verifieerbaar zijn en zullen worden. Johan Slabbynck maakt van zijn kunst nooit een systeem dat zou kunnen leiden tot stilistische herkenbaarheid en dito mercantiele stabiliteit. Er blijven formele weerhaken achter in bijvoorbeeld de manier waarop hij zijn interne composities voorziet met gladde begrenzingen van mdf-hout. Het industriële aspect van zijn kunst wordt gepoëtiseerd tot een object dat zich dialectisch verhoudt tot de geest van de industrie. De kunst leidt naar niets, naar het niet nuttige 'voorwerp', alhoewel de verschijningsvorm ervan er soms op aanstuurt een bepaalde nutsfactor in zich te houden.

De spaarzame kunstproductie van Johan Slabbynck staat voor een complex aantal werken waarin het toeval, het organische en de natuur voeling houden met de wereldse wereld van de industrie. De ongrijpbare symbiose tussen tal van zich aandienende referenties en invloeden maakt de lectuur van het oeuvre van Johan Slabbynck tot een avontuurlijk grasduinen in het kunsthistorische verleden en in ieders hoogst persoonlijke reservoir van ervaringen en opgestapelde gevoelens. De ongrijpbaarheid van zijn werk staat borg voor een onaanraakbaar statuut van een verzameling objecten die afstand opeisen tegenover de wereld... en dat is niet de geringste verdienste in een globaliserende wereld die meer en meer wordt gedicteerd en geleid door de flitsende massamedia.

Fragment uit 'Noli me tangere', catalogustekst 'Johan Slabbynck', p. 5 - p. 10, Galerie Transit, 2001

Luk Lambrecht (° 1959) is kunstcriticus (o.m. bij De Morgen en Knack) en curator van tentoonstellingen.